Dat blijkt uit onderzoek van het UMC Utrecht en het Antoni van Leeuwenhoek (AvL). De bijvangst van DNA-onderzoek kan bijvoorbeeld wijzen op een verhoogd risico op erfelijke vormen van kanker, hart- en vaatziekten, dementie of vele andere aandoeningen.
Patiënten willen informatie over bijvangst
Internist-oncoloog Rhodé Bijlsma en arts-onderzoeker Roel Wouters onderzochten de genetische bijvangst. Ruim 700 patiënten met de diagnose kanker vulden een vragenlijst in. 94 procent van deze patiënten wil geïnformeerd worden over de bijvangst als die behandelbaar is. Een iets minder grote meerderheid, maar nog steeds 72 procent wil die informatie ook ontvangen als er geen preventie of behandeling bestaat.
Keuze expliciet voorleggen
Bijlsma en collega’s adviseren op basis van hun onderzoek om de informed consent-procedure, waarmee patiënten toestemming geven voor DNA-onderzoek, aan te vullen met vermelding van verschillende categorieën van genetische bijvangst. ‘Als je patiënten van tevoren expliciet vraagt over welke soort genetische bijvangst zij informatie wensen, stel je hen in staat een bewuste keuze te maken’, aldus Bijlsma.
Autonomie patiënt bevorderen
Uit het onderzoek blijkt verder dat patiënten het belangrijk vinden om zelf een keuze te maken over het al dan niet ontvangen van genetische informatie. De onderzoekers adviseren artsen daarom de patiënt daartoe de ruimte te geven en zo hun autonomie te bevorderen. Wouters: ‘Patiënten moeten voldoende voorlichting krijgen én de mogelijkheid om bepaalde bijvangst juist niet teruggekoppeld te krijgen.’
Onderzoek naar DNA-onderzoek bij kanker
Internist-oncoloog Rhodé Bijlsma en arts-onderzoeker Roel Wouters werkten voor dit onderzoek samen met het Center for Personalised Cancer Treatment (CPCT). Dit landelijke samenwerkingsverband van ziekenhuizen doet onderzoek naar de inzet van DNA-onderzoek bij kanker.